- genegenheid
- {{genegenheid}}{{/term}}1 affection ⇒ fondness, attachment♦voorbeelden:1 wederkerige genegenheid • mutual/reciprocal affectioniemands genegenheid verwerven • win someone's favour/regard/affection(s)voor iemand genegenheid voelen • feel affection for someone, be fond of someone
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.